Geschiedenis in het kort
"Beek waarop één of meerdere molens gebouwd zijn"
MOLEN beek. De gemeente dankt in eerste instantie haar naam aan de verschillende waterlopen op haar gebied en aan de (water)molens die er op stonden. De naam van de patroonheilige van de gemeente Sint Jan wordt er in de 19de eeuw aan toegevoegd om de verwarring met andere gemeenten met dezelfde naam uit de wereld te helpen.
Eerste sporen
De eerste menselijke sporen te Sint-Jans-Molenbeek, 3 neolithische bijlen, wijzen op het bestaan van voorhistorische nederzettingen in het gebied. De ontdekking van deze drie bijlen en nadien ook enkele pre-Romeinse en Gallo-Romeinse vondsten wijzen op de aantrekkingskracht van Molenbeek, waarschijnlijk te danken aan de nabijheid van water en enkele grote invalswegen.
Landbouw "versus" industrie
Sint-Jans- Molenbeek is vanaf haar ontstaan een traditionele landbouwgemeente. Ze is lang de voorraadschuur van haar grote buur Brussel. Daar waren de producten uit de landbouw, de veeteelt en de bloementeelt zeer gegeerd.
De Molenbeekse industrie kent haar eerste opgang onder het Franse Regime (1795-1815) met de vestiging van enkele fabrieken. Die tendens zet zich verder. Molenbeek evolueert van landelijke gemeente naar een industrieel centrum, gekend als het "Klein Belgisch Manchester".
Naast de industriële activiteit vinden we ook heel wat kleinhandel, zoals winkels, herbergen en ambachtslui. Molenbeek is een bloeiende voorstad met heel wat potentieel.
De crisis van de jaren 1970 gooit echter roet in het eten. Heel wat firma’s sluiten hun deuren of trekken weg. Sommige gebouwen worden overgelaten aan hun lot en hun wacht de verkrotting. Andere worden heropgewaardeerd en vormen nu parels van Industriële Architectuur.
Vandaag de dag draait de lokale economie gevoed door heel wat kleinhandel. Daarnaast wint de administratieve sector steeds meer aan belang. Zo vindt men in de gemeente enkele grote firma’s zoals KBC-bank, de distributiemaatschappij Delhaize en de administratie van de Franse Gemeenschap.
Resten van de eens groene landbouwgemeente vinden we nog terug in het enorme natuurgebied Scheutbos, de stadstuintjes, de parken en nog enkele hoeves.
© Musée communal Gemeentelijk Museum
Water in Molenbeek
De waterwegen spelen een grote rol in de economische en industriële ontwikkeling van Molenbeek.
De kleinere waterwegen zoals Paruck, Korenbeek, Moortebeek, Pontbeek en Molenbeek zijn van groot belang geweest voor het dagelijkse leven en de landbouw. Eeuwenlang leefden de Molenbekenaars met hun grillen Vandaag leiden zij een verborgen bestaan onder de straten van Molenbeek.
De Zenne, de grootste van de natuurlijke waterwegen is lange tijd de enige waterweg voor de af – en aanvoer van goederen. Het is echter het kanaal Charleroi-Brussel (1832) dat de grootste invloed heeft op de ontwikkeling van Molenbeek. Ter hoogte van het Saincteletteplein loopt het over in het kanaal van Willebroek. De rechtstreekse verbinding tussen het steenkoolbekken van Henegouwen en de haven van Antwerpen is vanaf dan een feit.
© Archives communales Gemeentelijk Archief
Eerste trein op Europese vasteland
Wat weinigen weten is dat de eerste personentrein op het Europese vasteland vertrok vanuit Sint-Jans-Molenbeek! Op 5 mei 1835 vertrokken drie locomotieven richting Mechelen. Een hele gebeurtenis voor het Belgische volk.
© Musée communal Gemeentelijk Museum
Sint Gertrudis en Sint-Jan de Doper
Sint-Jans-Molenbeek heeft een bijzondere band met Sint Gertrudis, de mythische oprichtster van de abdij van Nijvel. Volgens de legende zou ze Molenbeek bezocht hebben en de grond aangeboden hebben waarop de eerste dorpskerk werd gebouwd. Ze zou haar bisschopsstaf in de grond naast de kerk duwen en zo een heilige bron hebben doen opborrelen.
In de huidige Sint-Jan-de-Doperkerk vinden we een monumentaal statuut van Sint Gertrudis, gemaakt in de 19de eeuw, als teken van haar verering. De bron die aan deze heilige opgedragen is, kunnen we beschouwen als de kerstening van een plaats die voordien waarschijnlijk tot het heidendom behoorde. Vóór de verdwijning van de bron rond 1912, kwamen de gelovigen er water uithalen en naar huis meenemen. Volgens Antoon-Willem Maurissen, gebruikten mensen dit bronwater hoofdzakelijk om hun vee tegen ziektes te beschermen en om ratten en muizen weg te jagen. Dit water kwam van een bron in de nabijheid van de rechterbeuk van de voormalige kerk (1597-1836). Vandaag zou deze bron zich min of meer ter hoogte van het theehuis "La Tour" bevinden, maar we zijn het spoor ervan kwijt.
Haar feestdag valt op de zondag volgend op 28 september.
Spreuk : "Het is heden Sint-Gertruidendag, dat hier rat noch muis komen mag."
© Musée communal Gemeentelijk Museum
Wat betreft Sint-Jan de Doper, deze werd gekozen als Patroonheilige van de gemeente en wordt aangehaald tegen epilepsie en hoofdpijn.
Laten we eerst en vooral terugdenken aan de belangrijke persoon die hij was.
Johannes die veel aanhang kende, doopte mensen, die berouw hadden van hun zonden, in de Jordaan om zo vergeving en Gods Genade te bekomen. Het onderdompelen in het water heeft een zuiverende betekenis, het "wegwassen van de zonden".
Het verhaal gaat dat Jezus zich naar de Jordaan begeeft om gedoopt te worden door Johannes. Echter vindt Johannes dat het eigenlijk Jezus is die hem moet dopen. Toch benadrukt Jezus het belang van zijn doop. Eens Jezus gedoopt is en uit het water komt opende de hemel zich voor hem en zag men de Heilige Geest in de vorm van een duif op hem neerdalen. Toen weerklonk uit de hemel een stem: "Dit is mijn Geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde".
Er wordt heel wat belang gehecht aan deze handeling. Ten eerste geeft het aan Johannes zijn naam de Doper. Dit om hem te onderscheiden van Johannes de Evangelist. Hoewel hij in de volksmond ook Sint-Jan Kop-af werd genoemd, naar het feit dat hij onthoofd werd (Maurissen).
Op het Sint-Jan de Dopervoorplein, vindt men de kerk Sint-Jan de Doper met op de gevel een prachtig gebeeldhouwd tafereel van Johannes die Jezus doopt. Het reliëf, dat zich boven de hoofdingang bevindt, werd vervaardigd door Albert Aebly.
© Musée communal Gemeentelijk Museum
Men ziet hier Jezus in het midden met gekruiste handen voor de borst. Deze handeling ziet men ook terug bij mensen die gedoopt worden door volledige onderdompeling. De doper houdt de gedoopte dan vast, dompelt hem volledig onder en helpt hem dan terug recht. Eigenlijk een volledige overgave.
Kom dichter en kijk!
Links ziet men de engel, die verwijst naar het Goddelijke van deze doop.
Rechts wordt Johannes de Doper, gekleed in ruwe stof, voorgesteld met een schelp in zijn hand. Deze schelp die zowel een Sint-jakobsschelp als een Doopvontschelp kan voorstellen zijn ook vandaag nog een traditioneel beeld van de doop. De eerste schelp verwijst natuurlijk naar Santiago de Compostella en naar het steeds op weg zijn op Gods pad. De Doopvontschelp is eigenlijk een weekdier dat een enorme schelp kan produceren. Deze werden dan ook gebruikt als doopvont in plaats van het wijwatervat.
Wie goed kijkt bij het binnengaan van een kerk, ziet vaak dat het wijwatervat de vorm heeft van deze schelp. De Jordaan wordt hier weergeven door gestileerde golven op de achtergrond.
Pelgrimstocht
Elk jaar op 24 juni vond er een bedevaart plaats naar Molenbeek. De epilepsiepatiënten moesten een brug oversteken die de oude beek Molenbeek doorloopt, dan genazen ze gedurende één jaar. De prenten van Hendricus Hondius, uitgegeven in 1672, geven ons informatie over het verloop van deze pelgrimstocht – gegraveerd naar Pieter Breughel de Oude.